https://www.standaard.be/cnt/dmf20191113_04715176

 Alleen nog maar Vlaamse ‘meesters’?
 Agnes Quackels & Esther Severi
 Algemeen en artistiek coördinator Kaaitheater; dramaturg Kaaitheater.
 
 We geven het toe: ons kunstenveld is verre van perfect. Niet alleen mist het sociaal evenwicht, het getuigt ook van structurele, economische ongelijkheid: veel onafhankelijke kunstenaars werken grotendeels onbetaald. Maar tot voor kort beschikten we over instrumenten (structurele en projectsubsidies, beoordelingscommissies, productiebureaus, werkplaatsen, kunstencentra, stadstheaters) die samen een ecosysteem vormden, waarin de meerderheid – hoewel vaak in combinatie met een uitkering – min of meer kon leven en werken.
 De regering creëert de voorwaarden die dit ecosysteem zullen verwoesten: 3 procent minder geld voor kunstinstellingen, 6 procent minder voor organisaties en een schrikwekkende 60 procent minder voor projecten. De maatregelen komen er niet toevallig op een moment dat we in ons veld nieuwe grond aan het leggen zijn, in overeenkomst met debatten in de hele maatschappij over dekolonisering, privilege, sociale ongelijkheid en intersectionalisme. Dat we kritische vragen over onszelf durven te stellen, dat stemmen van vrouwen en mensen van kleur ingaan tegen een overheersend wit, mannelijk discours, en dat we mogelijkheden zien om nieuwe vormen van organisatie en inclusie te installeren.
 
 Die broodnodige verandering dreigt op de schop te gaan. Het resultaat: een uitgedund veld dat eenzijdig de condities schept voor ‘Vlaamse excellentie’. Want met dit soort vernietiging schep je de ideale omstandigheden voor de exclusieve, excellente ‘meesters’ van morgen: zij die de meeste privileges genieten, voor wie deuren automatisch opengaan, voor wie al voldoende budget klaarstaat. Zij zullen in de toekomst deel uitmaken van de Vlaamse canon. Al wie daar niet toe wordt gerekend, zal steeds meer in de precariteit geduwd worden – mede door toedoen van de kunstorganisaties zelf. Binnen de besparingen is duidelijk geen plaats voor al wie en wat afwijkt van de dominante norm – op welke manier ook.
 
 We dreigen af te glijden naar een artificieel kunstenveld, dat louter een weerspiegeling is van de ideologie van de overheid en steeds minder een realistische representatie van de samenleving zal zijn. We mogen niet vergeten dat we klaar zijn om patriarchale structuren omver te werpen. Dat we binnen onze organisaties dominante vormen van uitbuiting en uitsluiting radicaal kunnen omgooien. De agenda die ons wordt opgelegd, is de onze niet. Op onze agenda’s moeten sociale gerechtigheid en verantwoordelijkheid bovenaan prijken. We zullen ons verzetten en we zullen blijven vechten voor rechtvaardigheid. We zullen zorg dragen voor elkaar. En de toekomst moet en zal feministisch, intersectioneel en inclusief zijn.

-----

 We admit it: our art field is far from perfect. Not only does it lack social balance, it also bears witness to structural, economic inequality: many independent artists work largely unpaid. But until recently, we had instruments (structural and project grants, assessment committees, production agencies, workshops, arts centers, city theaters) that together formed an ecosystem in which the majority - although often in combination with benefits - could more or less live and work.
 The government is creating the conditions that will destroy this ecosystem: 3 percent less money for art institutions, 6 percent less for organizations and a frightening 60 percent less for projects. It is no coincidence that the measures come when we are laying new ground in our field, in line with debates throughout society about decolonization, privilege, social inequality and intersectionalism. That we dare to ask critical questions about ourselves, that voices of women and people of color go against a predominantly white, male discourse, and that we see opportunities to install new forms of organization and inclusion.

 This much-needed change is in danger of being overhauled. The result: a thinned field that unilaterally creates the conditions for "Flemish excellence". Because with this kind of destruction you create the ideal conditions for the exclusive, excellent 'masters' of tomorrow: those who enjoy the most privileges, for whom doors open automatically, for whom enough budget is already available. They will be part of the Flemish canon in the future. Anyone who is not included in this will be pushed more and more into precarity - partly as a result of the art organizations themselves. Clearly there is no room within the savings for all who and what deviates from the dominant norm - in whatever way.
 
 We are in danger of sliding down to an artificial arts field, which is merely a reflection of the ideology of the government and will become less and less a realistic representation of society. We must not forget that we are ready to overthrow patriarchal structures. That we can radically override dominant forms of exploitation and exclusion within our organizations. The agenda that is being imposed on us is not ours. Social justice and responsibility must be at the top of our agendas. We will resist and we will continue to fight for justice. We will take care of each other. And the future must and will be feminist, intersectional and inclusive.