INLEIDING Napsjard : Iemand die stommiteiten begaat; 'dat is echt een ...' Komt van de streek Antwerpen 'apsjard' Tsjeur: begroeting op café, Beveren 'Nen martekoo': uit het Gents dialect, een grote sloeber 'sloeber': kapoen, deugeniet 'een zinneke': het woord waarmee je een bewoner van Brussel aanduidt, een 'bastaardhond' --> in Brussel 2 rivieren die je niet meer kan zien: de Zenne en de Zinneke (zijrivier Zenne). In de Zinneke werden straathonden verdronken, dus 'Zinneke': Brusselaar met vreemde origine 'Kabron': aanspreekwoord als 'hé gast', in het Spaans 'smeerlap', uitgevonden 'skouen': hey kerel 'zapper': zelfstandig academisch personeel, 'het geprofte'